Olifantje Toet was een heel lief, klein olifantje. Maar Olifantje Toet was heel verdrietig. Hij werd gepest door de andere olifantjes. Olifantje Toet had namelijk een hele lange slurf.
Olifantje Toet keek naar de andere olifantjes en vroeg: “mag ik meedoen?”
“Nee!” riepen een paar olifantjes kortaf, “jij verpest het altijd voor ons allemaal met je lange slurf!” zeiden ze gemeen.
Deze keer, in plaats van verdrietig weg te lopen, begon Olifantje Toet te glunderen alsof hij een heel groot geheim wist.
De bedenkers van Olifantje Toet
Joyce Schulpen woont samen met haar vriend en hun twee zoontjes in Amersfoort. Al van kinds af aan, schrijft ze: van gedichten tot korte verhalen. Lezen en schrijven zijn een enorme uitlaatklep voor haar. Iedere keer weer een geweldige reis door een andere (fantasie)wereld. Al die tijd droomt ze van het schrijven van haar eigen boek.
Guido de Gooijer woont in Utrecht en tekent al vanaf het moment dat hij een potlood kon vasthouden. Zo maakte hij op jonge leeftijd al een eigen stripboekje en heeft hij geruime tijd het idee gekoesterd om illustraties voor een kinderboek te maken. Joyce en Guido kwamen samen op het idee van Olifantje Toet, waarvoor Joyce de avonturen ging schrijven. Guido gaf Toet zijn blauwe gezicht.